Alborán
Alborán | |
Basisgegevens | |
Locatie | Middellandse Zee |
Eilandengroep | |
Coördinaten | |
Land | Spanje |
Hoofdplaats | |
Oppervlakte | 0,07 km² |
Omtrek | |
Inwonertal | |
Landgebruik | |
Overig | |
Alborán |
Alborán is een klein vulkanisch eiland (7,12 hectare groot, op 35°55' Noorderbreedte, 3°02' Westerlengte), in de Zee van Alborán (een deel van de Middellandse Zee) behorend tot de Spaanse provincie Almería op ongeveer een derde van de afstand tussen Marokko en Spanje. De naam komt van de Tunesische zeerover Al-Borany.
Het eiland is Spaanse bezit sinds 1540, en wordt bewoond door een klein garnizoen van de Spaanse Marine. Op het eiland staat ook een geautomatiseerde vuurtoren. Door het midden van het langgerekte eiland loopt een ondergronds kanaal ("Cueva de Las Morenas") van de ene kant van het eiland naar de andere. Dit kanaal is bij goed weer bevaarbaar. Vlak bij Alborán ligt een klein eilandje, het Islote de la Nube. Alborán en het gebied rondom worden door de Spaanse en Andalusische regering als natuurgebied beschermd.
Het eiland ligt vlakbij de Straat van Gibraltar. Vanwege de daaruit voortvloeiende strategische betekenis zouden in 1960 een aantal "vissersboten" uit de Sovjet-Unie gepoogd hebben een basis op het eiland te bouwen. Daarom besloot het Spaanse leger een garnizoen op Alborán te vestigen.
Net zoals Ceuta, Melilla, de Islas Chafarinas, Peñón de Alhucemas, Peñón de Vélez de la Gomera en Isla Perejil wordt het eiland door Marokko geclaimd.